Het is iedereen vast wel eens gebeurd. U koopt een product en de fabrikant of winkelier geeft u twee jaar garantie op het product. Soms kunt u zelfs tegen betaling een langere garantieperiode krijgen. Net na de garantieperiode gaat het product echter stuk of toont het product gebreken. Wat dan? U gaat naar de fabrikant of winkelier en vraagt om reparatie of vernieuwing van het product, maar die zal doorgaans antwoorden dat u pech hebt omdat de garantieperiode is verstreken. U moet de kosten van reparatie of vernieuwing zelf dragen. Wat zijn uw rechten?
Garantie
Garantie geven heeft geen andere betekenis dan dat een fabrikant of winkelier de consument een bepaalde belofte doet (zie artikel 7:6a van het Burgerlijk Wetboek). Bij consumentenproducten houdt deze garantie doorgaans in dat voor een bepaalde periode gegarandeerd wordt dat een bepaald product naar behoren blijft functioneren. Soms kan men tegen betaling zelfs betere garantievoorwaarden of een langere garantieperiode kopen. Dit alles maakt dan onderdeel uit van de belofte.
Als er binnen de garantieperiode problemen optreden, dan kunt u de fabrikant of winkelier hierop aanspreken. Blijkt het product toch niet normaal te werken binnen de garantieperiode, dan zal de fabrikant of winkelier het product gratis vervangen of herstellen, dan wel het aankoopbedrag teruggeven aan de consument.
Wettelijke non-conformiteitsbeginsel
Garantie geven is geen wettelijke verplichting. Doorgaans ligt het initiatief voor het geven van garantie op een bepaald product dan ook bij de fabrikant of winkelier zelf. Maar wat nu als er geen garantie (meer) op het product zit?
Als consument heeft u het recht dat een aangekocht product voldoet aan de verwachtingen die u als consument redelijkerwijs van het product mag hebben. Dit wordt ook wel het conformiteitsbeginsel genoemd (zie artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek). Het product moet dus gedurende de normale levensduur gewoon blijven functioneren. Als dat niet het geval is, dan hebt u als consument recht op vervanging of herstel van het product (zie artikel 7:21 van het Burgerlijk Wetboek), tenzij dat onmogelijk is of niet van de fabrikant gevraagd kan worden. Het product is dan zogezegd niet conform de verwachtingen. Het maakt dus niet uit of er wel of geen garantie op het product zit. Ook zonder garantie of buiten de garantieperiode geldt het conformiteitsbeginsel.
Welke verwachtingen u van een bepaald product mag hebben, hangt uiteraard af van allerhande omstandigheden, zoals de aard van het product, de verwachte levensduur, de wijze van presentatie, mededelingen van de fabrikant, enzovoorts. Koopt u bijvoorbeeld een wasmachine in een winkel, dan mag u ervan uitgaan dat het product een aantal jaren goed blijft functioneren. Toont de wasmachine binnen die periode toch problemen, dan kunt u zich dus tot de winkel wenden, ook al is een eventuele garantieperiode al verstreken. Let wel, reparaties die nodig zijn vanwege gewone slijtage zijn uitgezonderd!
De wetgever is consumenten wel enigszins tegemoet gekomen door in de wet vast te leggen dat in het geval er binnen zes maanden na de aflevering van het product problemen ontstaan, in beginsel aangenomen wordt dat het product niet aan de verwachtingen voldoet (zie artikel 7:18, lid 2, van het Burgerlijk Wetboek). Dit is dus een in de wet vastgelegd vermoeden. De winkelier of fabrikant kan dat vermoeden in een concreet geval wel (met bewijs) weerleggen door aan te tonen dat het product om andere redenen problemen vertoont.
Ook na zes maanden kunt u als consument een beroep doen op het conformiteitsbeginsel, maar dan geldt niet langer het wettelijke vermoeden zoals hiervoor genoemd. Dit betekent dat de consument dan in eerste instantie zelf moet kunnen aantonen dat het product niet voldoet aan de verwachtingen en dat dus aanspraak gemaakt kan worden op kosteloze vervanging of herstel, of uw geld terug.
Garantie versus conformiteitsbeginsel
Het grote voordeel van garantie ten opzichte van het conformiteitsbeginsel is dat u een betere bewijspositie hebt. In het geval van garantie zal de fabrikant of winkelier moeten aantonen dat het gebrek of de schade niet binnen de garantie valt. Anders wordt aangenomen dat het gebrek of de schade onder de garantie valt. Bij een beroep op het conformiteitsbeginsel zult u als consument in beginsel moeten aantonen dat het aangekochte product niet voldoet aan de verwachtingen die u als consument redelijkerwijs van het product mag hebben. Kunt u dat niet aantonen, dan heeft u geen zaak.
Ook in praktische zin is er een voordeel. Als u het garantiebewijs kunt tonen en de garantieperiode is nog niet verstreken, dan levert het doorgaans weinig problemen op in de winkel om het product vervangen of hersteld te krijgen. Doet u in de winkel een beroep op het wetboek, dan zult u ongetwijfeld meer moeite moeten doen, en is de kans zelfs groot dat het u niet lukt.
Ondanks dat garantie zeker voordelen biedt ten opzichte van het wettelijke conformiteitsbeginsel, is het toch goed om te onthouden dat de wet u als consument bescherming kan bieden, ook in gevallen waarin er geen garantie geldt of de garantieperiode is verstreken.
Hebt u een product dat buiten de garantieperiode is kapotgegaan? Zit u thuis met een product dat sinds de aankoop al allerhande problemen geeft? Wellicht hebt u een zaak.
Geschreven door:
mr. Cliff Raafs
Advocaat